HCOB Spelregels

HCOB Spelregels
 
Spelregel van de week: klik op de foto!
 
Hockeysticks
 
Lees onder of klik op de titel om te downloaden:
Spelregels drietal hockey
Spelregels zestalhockey 
Spelregels achtalhockey
 
Klik op de titel om te lezen en/of te downloaden:
 
 
Spelregels drietalhockey:
 
Het veld
De afmetingen zijn 23 bij 23 meter (kwart veld).

De zijlijnen worden gevormd door de achterlijn en de 23m lijn.

De doelen van team A staan op de zijlijn en de doelen van team B daar tegenover.

            Elk team heeft twee doelen te verdedigen! De doelen staan 4m van de zijlijn en worden gevormd door twee pylonnen die 2 meter van elkaar staan. In plaats van een cirkel is er het 5m doelgebied. Dit wordt aangegeven door de halve maantjes.
 
De bal
De bal die gebruikt wordt is een normale hockey bal.

 

Teams

Een team bestaat uit maximaal 3 veld spelers. Er is geen keeper.

Er mogen wisselspelers zijn die op elk moment kunnen worden ingezet als het spel stilligt.

Eerst een speler eruit, dan een speler erin.

 

Wedstrijdduur

Een wedstrijd duurt 2x15 minuten met een korte rust van maximaal 5 minuten.

Bij koud weer kan er iets korter worden gespeeld en bij warm weer iets langer.

 

Begin van het spel

Voordat de wedstrijd begint loten(tossen) de aanvoerders wie mag beginnen.

Het team dat niet de toss wint mag na de rust beginnen.

De beginslag wordt genomen vanaf het midden van het veld en deze mag in alle richtingen worden gespeeld.

 

Algemene regels

Het spelen van de bal mag alleen met de platte kant van de stick door middel van een push of schuifslag. De stick mag hierbij in de achterzwaai niet los van de grond en in de voorzwaai niet hoger dan de knie komen.

 

Doelpunt

Een doelpunt kan alleen worden gemaakt door een aanvaller van binnen het 5m gebied.

Als een aanvaller van binnen het 5m gebied de bal richting doel speelt, maar de bal gaat via een voet of stick van een verdediger in het doel, is er ook een doelpunt gemaakt.

 
Wat mag niet?

- gevaarlijk zwaaien met de stick

- op de stick slaan van een tegenstander

- de bal hoog spelen

- de tegenstander duwen

- de bal met de voet spelen

 

Vrije slag

Als een speler iets doet wat niet mag(overtreding) krijgt een speler van het andere team een vrije slag. Deze moet worden genomen op de plaats van de overtreding.

Maar als dit in het 5m gebied gebeurt moet de bal altijd op de 5m lijn worden gelegd recht tegenover de plaats waar de overtreding heeft plaats gevonden.

De bal moet bij het nemen van de vrije slag stilliggen en mag niet omhoog worden gespeeld.

De tegenstanders moeten minimaal 5m afstand van de bal nemen.

De vrije slag nemer mag de bal maar 1x spelen.

 

Bal over de achterlijn als er geen doelpunt is gemaakt

- Is de bal het laatst aangeraakt door de stick van een aanvaller:

uitslaan door een verdediger op de 5m lijn recht tegenover de plaats waar de bal over de achterlijn ging.

-  Is de bal het laatst aangeraakt door de stick van een verdediger:

   lange corner voor het aanvallende team.

 

Lange corner

De bal wordt op zijlijn gelegd, 5m van de achterlijn. De bal moet eerst door een andere aanvaller worden gespeeld voordat een doelpunt kan worden gemaakt. De tegenstanders moeten minimaal 5m afstand van de bal nemen.

 

Bal over de zijlijn.

Inslaan van een plaats op de zijlijn waar de bal uitging door een speler van team dat niet de bal het laatst aanraakte.

Als inslaan binnen het 5m gebied plaats vindt door het aanvallende team, moet de bal eerst door een andere aanvaller worden gespeeld voordat een doelpunt kan worden gemaakt. Bij inslaan moeten de tegenstanders minimaal 5m afstand van de bal nemen.

 

Time-out

Een time-out kan worden gegeven om de coaches van beide teams gelegenheid te geven de spelers extra aanwijzingen te geven, zodat het spel beter kan verlopen.

- een time-out kan op initiatief van de spelleider worden gegeven

- een time-out kan gevraagd worden door de coach van een team

 

Spelleiding

Het speelveld is zo klein dat kan worden volstaan met 1 spelleider.

De spelleider is geen scheidsrechter en moet het spel begeleiden en kan bij voorkeur het spel onderbreken om uitleg te geven over situaties die de spelers niet begrijpen.

 
 
Spelregels zestalhockey:
 
Het veld 

Er wordt gespeeld over de hele breedte van het veld tussen de 23 lijnen. Er kunnen op een heel veld 2 zestal hockey velden worden uitgezet. Ook kunnen er 4 velden worden uitgezet. Een nadeel is dat de bal op een ander veld komt.

De zijlijnen doen dienst als achterlijnen. De achterlijn en 23m lijn doen dienst als zijlijnen.

            In plaats van een cirkel is er het 10m doelgebied. Dit wordt aangegeven door de halve maantjes.

De doelen worden midden op de “achterlijn’ gezet d.m.v. pylonnen. Deze hebben een onderlinge afstand van 3,66m (de normale breedte van een hockeydoel)

Een achterplank met zijschotten als doel heeft de voorkeur.

 

            De bal 

De bal die gebruikt wordt is een normale hockey bal.

 

Teams

Een team bestaat uit maximaal 5 veldspelers en 1 keeper. Er mogen wisselspelers zijn.

Spelers mogen op elk moment worden gewisseld bij de spelersbank. Maar eerst speler eruit, dan pas (wissel) speler erin.

De keeper draagt helm, beenbeschermers, klompen en handschoenen.

Het is niet toegestaan om met een ‘vliegende keep’ te spelen. De kans op blessures is hierbij namelijk te groot.

 

Wedstrijdduur

Een wedstrijd duurt 2x25 minuten met een korte rust van maximaal 5 minuten.

 

Begin van het spel

Voordat de wedstrijd begint loten(tossen) de aanvoerders wie mag beginnen.

Het team dat niet de toss wint mag na de rust beginnen.

De beginslag wordt genomen vanaf het midden van het veld en deze mag in alle richtingen worden gespeeld.

 
Algemene regels

Het spelen van de bal mag alleen met de platte kant van de stick.

Ook met de zijkant van de stick mag worden gespeeld maar niet als de bal hiermee omhoog gaat.

Binnen het 10m doelgebied mag de keeper de bal stoppen met het lichaam, schoppen met zijn klomp(maar niet gevaarlijk omhoog) of tegenhouden met de handschoen en wegslaan.

 

Doelpunt

Een doelpunt kan alleen worden gemaakt door een aanvaller van binnen het 10m gebied.

Als een aanvaller van binnen het 10m doelgebied de bal richting doel speelt, maar de bal gaat via een voet of stick van een verdediger in het doel, is er ook een doelpunt gemaakt.

De bal mag bij een schot op doel niet hoger dan 46cm (plankhoogte) worden gespeeld.

 

Wat mag niet?

- gevaarlijk zwaaien met de stick

- op de stick slaan van een tegenstander

- de bal hoog spelen

- je tegenstander duwen

- de bal met de voet spelen

 

Afhouden

Het is niet toegestaan een tegenstander van de bal af te houden door tussen hem en de bal te draaien waardoor de tegenstander de bal niet kan spelen. Dit kan met het lichaam of met de stick.

 

Vrije slag

Als een speler iets doet wat niet mag(overtreding) krijgt een speler van het andere team een vrije slag. Deze moet worden genomen op de plaats van de overtreding.

Maar als dit in het 10m gebied gebeurt moet de bal altijd op de 10m lijn worden gelegd, recht tegenover de plaats waar de overtreding heeft plaats gevonden.

De bal moet bij het nemen van de vrije slag stilliggen en mag niet omhoog worden gespeeld.

De tegenstanders moeten minimaal 5m afstand van de bal nemen.

Als de vrije slag binnen 5m van de 10m lijn door de aanvallende partij wordt genomen, moeten, behalve de nemer, alle andere spelers minimaal 5m afstand van de bal houden.

De vrije slag nemer mag de bal maar 1x spelen.

 

Bal over de achterlijn als er geen doelpunt is gemaakt

- Is de bal het laatst aangeraakt door de stick van een aanvaller:

uitslaan door een verdediger op de 10m lijn recht tegenover de plaats waar de bal over de achterlijn ging.

-  Is de bal het laatst aangeraakt door de stick van een verdediger:

   lange corner voor het aanvallende team.

 

Lange corner

De bal wordt op zijlijn gelegd, 5m van de achterlijn aan de kant van het doel waar de bal over de achterlijn is gegaan. De bal moet eerst door een andere aanvaller worden gespeeld voordat een doelpunt kan worden gemaakt. De tegenstanders moeten minimaal 5m afstand van de bal nemen.

 

Bal over de zijlijn.

Inslaan van een plaats op de zijlijn waar de bal uitging door een speler van team dat niet de bal het laatst aanraakte.

Als inslaan binnen het 10m doelgebied plaats vindt door het aanvallende team, moet de bal eerst door een andere aanvaller worden gespeeld voordat een doelpunt kan worden gemaakt. Bij inslaan moeten de tegenstanders minimaal 5m afstand van de bal nemen.

 

Strafbal

Als een verdediger binnen het 10m doelgebied een opzettelijke overtreding maakt en hiermee duidelijk een doelpunt voorkomt, wordt een strafbal aan het aanvallende team toegekend.

 

De bal wordt op 6,4m midden voor het doel gelegd.

De aanvaller die de strafbal gaat nemen moet achter de bal staan.

De aanvaller moet wachten op het fluitsignaal van de spelleider.

De aanvaller mag de bal alleen pushen.

De aanvaller mag de bal maar 1x spelen.

De bal mag niet hoger dan 46cm in het doel worden gespeeld.

De keeper moet met beide voeten op de doellijn staan.

De keeper mag niet eerder van de doellijn komen voordat de aanvaller de bal heeft gespeeld.

Komt hij te vroeg van de doellijn en stopt daardoor de bal, wordt de strafbal overgenomen.

De overige spelers moeten tijdens het nemen van de strafbal achter de 10m blijven staan.

 

Een strafbal eindigt zonder doelpunt als:

- de aanvaller een overtreding maakt

- de bal buiten het 10m doelgebied komt

- als de bal komt stil te liggen in het 10m doelgebied

Als er geen doelpunt wordt gemaakt bij een strafbal gaat het spel verder met een vrije slag door de verdedigende partij op de 10m lijn.

Als er wel een doelpunt wordt gemaakt bij een strafbal gaat het spel verder met een beginslag door de verdedigende partij midden in het veld.

 

Time-out

Een time-out kan worden gegeven om de coaches van beide teams gelegenheid te geven de spelers extra aanwijzingen te geven, zodat het spel beter kan verlopen.

- een time-out kan op initiatief van de spelleider worden gegeven

- een time-out kan gevraagd worden door de coach van een team

 

Spelleiding

Het speelveld is zo klein dat kan worden volstaan met 1 spelleider.

De spelleider is geen scheidsrechter en moet het spel begeleiden en kan bij voorkeur het spel onderbreken om uitleg te geven over situaties die de spelers niet begrijpen.
 
 
Spelregels achtalhockey:
 
Het veld
De zijlijnen doen dienst als achterlijnen. De achterlijn en 23m lijn doen dienst als zijlijnen. In plaats van een cirkel is er het 15m doelgebied. Dit wordt aangegeven door de halve maantjes. Beschikt de vereniging over een veld met twee (oefen)cirkels in de breedte richting van het veld, dan is het doelgebied de cirkel. De doelen worden midden op de “achterlijn’ gezet d.m.v. pylonnen. Deze hebben een onderlinge afstand van 3,66m (de normale breedte van een
hockeydoel). Een achterplank met zijschotten als doel heeft de voorkeur. Beschikt de vereniging over een veld met twee (oefen)doelen in de breedte richting van het veld, dan heeft dit de prioriteit
 

De bal

De bal die gebruikt wordt is een normale hockey bal.

 

Teams

Een team bestaat uit maximaal 7 veldspelers en 1 keeper. Er mogen wisselspelers zijn.

Spelers mogen bij de spelersbank worden gewisseld op elk moment, maar niet als er een strafcorner is toegekend. Eerst speler eruit, dan (wissel) speler erin.

De keeper draagt helm, beenbeschermers, klompen en handschoenen.

Het is niet toegestaan om met een ‘vliegende keep’ te spelen. De kans op blessures is hierbij namelijk te groot.

 

Wedstrijdduur

Een wedstrijd duurt 2x30 minuten met een korte rust van maximaal 5 minuten.

 

Begin van het spel

Voordat de wedstrijd begint loten(tossen) de aanvoerders wie mag beginnen.

Het team dat niet de toss wint mag na de rust beginnen.

De beginslag wordt genomen vanaf het midden van het veld en deze mag in alle richtingen worden gespeeld.

 
Algemene regels

Het spelen van de bal mag alleen met de platte kant van de stick.

Ook met de zijkant van de stick mag worden gespeeld maar niet als de bal hiermee omhoog gaat.

Binnen het 15m doelgebied mag de keeper de bal stoppen met het lichaam, schoppen met zijn klomp(maar niet gevaarlijk omhoog) of tegenhouden met de handschoen en wegslaan.

 

Doelpunt

Een doelpunt kan alleen worden gemaakt door een aanvaller van binnen het 15m doelgebied.

Als een aanvaller van binnen het 15m doelgebied de bal richting doel speelt, maar de bal gaat via een voet of stick van een verdediger in het doel, is er ook een doelpunt gemaakt.

De bal mag bij een schot op doel niet hoger dan 46cm (plankhoogte) worden gespeeld.

 

Gevaarlijk en ruw spel
Gevaarlijk en ruw spel zijn altijd verboden. Hieronder valt:
- ‘sticks’: gevaarlijk of hinderlijk zwaaien met de stick
- hoge bal (zie ook onder doelpunt)
- ‘snijden’

- ‘hakken op de stick’ tijdens een duel
- aanvallen van links als dit gevaarlijke situaties oplevert

- (naar) spelers (of hun stick) slaan of trappen, vasthouden of duwen,
  laten struikelen, blokkeren met het lichaam, of andere niet in geest van
  het spel zijnde handelingen
- de bal opzettelijk tegen een speler aan spelen

 
Wat mag niet?

- gevaarlijk zwaaien met de stick

- op de stick slaan van een tegenstander

- de bal hoog spelen

- je tegenstander duwen

- de bal met de voet spelen

 

Afhouden

Het is niet toegestaan een tegenstander van de bal af te houden door tussen hem en de bal te draaien waardoor de tegenstander de bal niet kan spelen.. Dit kan met het lichaam of met de stick.

 

Straffen

Bij een overtreding buiten de doelgebieden:

- een vrije slag door het andere team op de plaats van de overtreding

Bij een overtreding van een aanvaller binnen het 15m doelgebied:

- een vrije slag door het verdedigende team van een plaats op de 15m lijn, recht tegenover de plaats

  waar de overtreding heeft plaats gevonden

Bij een overtreding van een verdediger binnen het 15m doelgebied:

- een strafcorner door het aanvallende team

Bij een overtreding van een verdediger binnen het 15m doelgebied waardoor een zeker doelpunt wordt voorkomen:

- een strafbal door het aanvallende team

 

Vrije slag

De bal moet bij het nemen van de vrije slag stilliggen en mag niet omhoog worden gespeeld.

De tegenstanders moeten minimaal 5m afstand van de bal nemen.

Als de vrije slag binnen 5m van de 15m lijn door de aanvallende partij wordt genomen moeten, behalve de nemer, alle andere spelers minimaal 5m afstand van de bal houden.

De vrije slag nemer mag de bal maar 1x spelen.

 

Strafcorner

Een strafcorner is een vrije slag die wordt genomen door een speler van het aanvallende team.

De bal moet op de achterlijn worden gelegd op minimaal 10m afstand van het doel.

Het aanvallende team mag zelf bepalen aan welke kant van het doel de strafcorner zal worden genomen.

Bij een strafcorner mogen maximaal 5 verdedigers met voeten en sticks achter de doellijn/achterlijn staan op minimaal 5m afstand van de bal. De overige verdedigers moeten achter de andere 15m lijn staan.

De aanvaller die de bal zal aangeven van de achterlijn moet ten minste 1 voet achter de lijn plaatsen.

De andere aanvallers moeten zich buiten het 15m doelgebied opstellen.

Pas op het moment dat de strafcorner van de achterlijn wordt gespeeld mogen de verdedigers en aanvallers in het doelgebied komen.

De bal moet eerst buiten het 15m doelgebied zijn gespeeld voordat van binnen het 15m doelgebied kan worden gescoord. De bal mag niet hoger dan plankhoogte in het doel komen.

 

Strafbal

De bal wordt op 6,4m recht voor het doel gelegd.

De aanvaller moet achter de bal beginnen.

De aanvaller mag de bal alleen pushen dus niet slaan.

De aanvaller moet wachten op het fluitsignaal van de spelleider.

De aanvaller mag de bal maar 1x spelen.

De aanvaller mag de bal niet hoger dan plankhoogte in het doel spelen.

De keeper moet met beide voeten op de doellijn staan.

De keeper mag niet eerder van de doellijn komen voordat de aanvaller de bal heeft gespeeld.

Komt de keeper toch te vroeg van de doellijn en stopt hierdoor de bal dan wordt de strafbal overgenomen.

 

Een strafbal eindigt zonder doelpunt als:

- de aanvaller een overtreding maakt

- de bal buiten het doelgebied komt

- de bal in het doelgebied komt stil te liggen

 

Als bij een strafbal een doelpunt wordt gemaakt, gaat het spel verder met een beginslag midden op het veld door het verdedigende team.

Als bij een strafbal geen doelpunt wordt gemaakt, gaat het spel verder met een vrije slag op de 15m lijn recht voor het doel door het verdedigende team.

 

Bal over de achterlijn als er geen doelpunt is gemaakt

- Is de bal het laatst aangeraakt door de stick van een aanvaller:

uitslaan door een verdediger op de 15m lijn recht tegenover de plaats waar de bal over de achterlijn ging.

-  Is de bal het laatst aangeraakt door de stick van een verdediger:

   lange corner voor het aanvallende team

-  Wordt de bal door een verdediger opzettelijk over de achterlijn gespeeld:

   strafcorner door het aanvallende team

 

Lange corner

De bal wordt op zijlijn gelegd, 5m van de achterlijn aan de kant van het doel waar de bal over de achterlijn is gegaan. De bal moet eerst door een andere aanvaller worden gespeeld voordat een doelpunt kan worden gemaakt. De tegenstanders moeten minimaal 5m afstand van de bal nemen.

 

Bal over de zijlijn.

Inslaan van een plaats op de zijlijn waar de bal uitging door een speler van team dat niet de bal het laatst aanraakte.

Als inslaan binnen het 10m doelgebied plaats vindt door het aanvallende team, moet de bal eerst door een andere aanvaller worden gespeeld voordat een doelpunt kan worden gemaakt. Bij inslaan moeten de tegenstanders minimaal 5m afstand van de bal nemen.

 

Time-out

Een time-out kan worden gegeven om de coaches van beide teams gelegenheid te geven de spelers extra aanwijzingen te geven, zodat het spel beter kan verlopen.

- een time-out kan op initiatief van de spelleider worden gegeven

- een time-out kan gevraagd worden door de coach van een team

 

Spelleiding

Het speelveld is zo klein dat kan worden volstaan met 1 spelleider.

De spelleider is geen scheidsrechter en moet het spel begeleiden en kan bij voorkeur het spel onderbreken om uitleg te geven over situaties die de spelers niet begrijpen.

 
 
Spelregels zaalhockey jongste jeugd

 

6E-, 8D- en 8E-teams

 

Door de 8D- en 8E-teams worden wedstrijden gespeeld in sporthallen in ”competitieverband”.

(Voor 6E zie onderaan)

De verantwoordelijkheid voor organisatie, spelbegeleiding etc. berust bij de organiserende vereniging in de sporthal

 

Wedstrijdduur 

2x15 minuten met 5 minuten rust.

 

Speelveld

Als speelveld gelden de belijningen van de sporthalvloer, dus incl. cirkel.

 

Teams

Een team bestaat uit ten hoogste twaalf spelers. Per team mogen nooit meer dan zes spelers tegelijk op het speelveld zijn waarbij het verplicht is een keeper aan te wijzen. Elk team dient vergezeld te worden door een teambegeleider, van seniorenleeftijd, welke gedurende het verblijf van het team in de accommodatie de verantwoordelijkheid draagt voor het gedrag van de spelers.

 

Uitrusting

Voor de tenues gelden dezelfde regels als op het veld.

De doelverdediger is verplicht te spelen met legguards(beenbeschermers) en een helm.       Legguards dienen te voldoen aan de zaalhockeyvoorschriften. Het spelen met zaalhockeysticks is niet verplicht.

Voor de spelers geldt dat schoenen met zwarte zolen niet is toegestaan.

 

Wedstrijdleiding

Voor het leiden van wedstrijden is een scheidsrechters‑ kaart niet verplicht. (veld)hockeyervaring strekt uiteraard tot aanbeveling. In analogie met het veldhockey zijn er bij 8D‑ en 8E- teams twee spelbegeleiders. Bij 6E teams is één spelbegeleider, welke zich in het veld bevindt.

 

De spelleider(s) leidt(leiden) het spel in de geest van het hockey voor de jongste jeugd, d.w.z.: 

     Wees geen 'scheidsrechter' maar een spelbegeleider.

     Tracht de jongste jeugd vóór alles spelplezier te verschaffen door hen kiezend bezig te laten zijn, gebruik makend van  hun eigen inbreng en originaliteit.

     Onderbreek het spel zo min mogelijk; alleen in verband  met veiligheid en hoofdregels.

     Geef concrete aanwijzingen (aan beide partijen), voornamelijk als het spel stilligt.

     Stimuleer door een positief meelevende houding tot nog  meer spelbeleving.


Spelregels

 

De volgende regels zijn van toepassing:

     Er wordt gebruik gemaakt van de cirkel.

-     De bal mag alleen worden gepusht langs de grond, dus een schuifslag mag (ook) niet.

     Op het doel mag de bal omhoog, alleen tot 'plankhoogte' (ook als er geen plank is).

     Er is een geldig doelpunt gemaakt als de bal binnen de cirkel door een aanvaller op doel is gepusht.

     Binnen de cirkel mag de keeper de bal met de voeten spelen en de bal met de hand wegslaan.

     Wisselen mag gebeuren op elk gewenst moment behalve bij strafcorners

-          Verder gelden de normale zaalhockeyregels; "shoot" en "afhouden" en deze dienen soepel te worden  gehanteerd. Gevaarlijk spel dient direct te worden afgefloten.

-          Er is geen lange corner. In plaats daarvan wordt er een uitpush genomen, recht naar voren en niet verder kan ‘kop’ cirkel.

-          Speelt een verdediger van zijn eigen speelhelft de bal met opzet over zijn achterlijn,>> strafcorner

-          Liggend spelen mag niet, behalve voor de keeper in de cirkel.

-          Raakt de bal over de zijbalk dan moet er een inpush worden genomen. Dit vindt plaats binnen 1m van de zijblak.

 

6E:       Er zijn geen strafcorners. Bij een overtreding binnen de cirkel of het opzettelijk over de achterlijn spelen van de bal door een verdediger volgt een vrije push voor het aanvallende team buiten de cirkel. Daaruit kan niet rechtstreeks worden gescoord.

 

8D+8E: Bij een strafcorner stellen de spelers van het aanvallende team zich op buiten de cirkel.

De keeper moet in het doel, alle andere verdedigers staan met hun voeten en sticks achter de achterlijn aan de andere kant van het doel vanwaar de strafcorner wordt aangegeven.

De bal moet eerst buiten de cirkel worden gespeeld, voordat van binnen de cirkel een doelpunt kan worden gemaakt.

 

 

Tweede- en eerstejaars 6E teams

 

De gehele E-categorie speelt zaalhockey in ”toernooivorm”. D.w.z. alle teams komen 3 of 4 speeldagen op één locatie bij elkaar en elk team speelt 3 wedstrijden van 20 minuten zonder wisseling van speelhelft. Er kunnen maximaal 2 wedstrijden achter elkaar worden gespeeld.

 

De wachttijden hebben wij zoveel mogelijk proberen te beperken tot maximaal 2 wedstrijden.

 

De normale spelregels zijn van toepassing.

 

Uitslagen Wedstrijduitslagen en eventuele bijzonderheden worden genoteerd op het Rapportageformulier